Alle nummers die ik je nog wilde laten horen.

Ik haalde het aan in je grafrede. We begrepen elkaar niet altijd, maar vanaf een bepaalde leeftijd (aka voorbij mijn onuitstaanbare Get Ready fase) lukte het wel. Dankzij muziek. Er is ondertussen zoveel muziek die ik je nog wil laten horen.

Het begint al met al de nummers waarvan ik altijd al dacht, ahja, dat moet ik hem eens sturen. Waarna ik dat dan prompt niet deed natuurlijk.

Kijk, ik geloof niet in een hiernamaals of hoe je het ook wil noemen, maar het voelde vandaag echt of je met me meereed naar ons mama. Ik rij Zaventem binnen en Johnny Cash klinkt plots door de boxen. (Ok, toeval natuurlijk, er staan 100 van die nummers in mijn playlist.) Ik kom bij jullie thuis en ik hoor Brainpower op de radio. (Niet het nummer dat ik beschreef, maar hoe vaak komt het zelfs nog voor dat je Dansplaat hoort?)

Ik rij terug naar huis en hoor twee nummers van die ik je wil laten horen en begin te denken over hoe ik al die nummers hier het beste verzamel.

Het nummer stopt en begint daar toch wel Ballad of a Teenage Queen te spelen, mijn favoriete nummer toen ik jong was. Je vond het altijd geweldig dat ik zowel de diepe Cash stukken als de hoge harmonie uitbundig en luidkeels meezong in de auto. Want HOE VAAK hoorden we dat nummer niet in de auto bij jou?

Bon, hier maak ik uit op dat je het goed vond. Fijn om te horen.
Plakt er daar nog eens Americana van The Offspring achter want ja, veel van de muziek die we deelden is Americana. (Ok, ok, Iโ€™m reaching maar just give me this) En dan begin ik de eerste post op te maken en bij het zoeken naar de nummers op Youtube springt onderstaander op.

Ja gast, ik weet hoe algoritmes werken. Maar dat het net DIT Gorki nummer is, dat precies elke keer uit mijn lijst van de honderden nummers in mijn algemene playlist gepikt werd toen ik op en neer reed tussen Mechelen, Vilvoorde en Zaventem. Dat vind ik straf. De synchroniciteit is HOOG deze week. Staat er een volle maan ofzo? (Yep, gisteren. Ik geloof niet in spoken, maar wel in energie!) In elk geval, als er nu nog docu’s over Luc De Vos op de tv komen ga ik ze sowieso missen. Jij was altijd degene die stuurde ‘Jul, documentaire over X om Xuur op (meestal) Canvas.’ Nu moet ik het zelf uitzoeken.

Het idee voor deze post is beginnen rijpen dankzij Peter Bernhard (The Devil Makes Three) en support Clyde McGee (Bridge City Sinners) die ik ergens in maart beide solo bezig zag. Het gevoel dat ik hem nu wel MOEST schrijven werd veroorzaakt door alweer een synchroniciteit van het leven. Kom ik deze week bij De Casino voor het optreden van The Devil Makes Three en wie zie ik daar boven de bonnetjesautomaat wanneer ik even vastgeklemd wordt in een doorgang :

Johnny Cash giving me the finger. Jij had die foto ingekaderd op je kast en ik liet ooit voor jou deze karikatuur maken. Toevallig genoeg door de vorige eigenaar van mijn huis Jan Op De Beeck. Alsof ik het woord synchroniciteit nog niet genoeg gebruikt heb op dit blog, maar als dit geen synchroniciteit is, dan weet ik het niet.

Het moment dat ik mezelf terug vind en mijn (bijna) beste leven leid, lachend en dansend op de tonen van de muziek, na een diepgaande conversatie over anarchie en de alternatieven. Net dat moment zie ik deze foto als bevestiging van de richting die ik in moet slaan. Ik voel je over mijn schouder meekijken hoe ik mezelf maak.


Ik word nu รฉcht rockjournalist, papa. In welke vorm dan ook. Je gaat nog van mij horen! En zelfs als jij mij niet meer hoort, en ik allerlei onnozele toevalligheden probeer te bundelen om mezelf beter te voelen, dan hoor ik je toch nog spreken in de noten.

Hier zijn ze, al de liedjes die ik nog wilde laten horen in een playlist. A work in progress.

Een imaginaire brief aan Luc De Vos

Do you not know that a man is not dead while his name is still spoken?

Terry Pratchett

Vos, weet je dat ze je nummer spelen? Jouw Mia, de echte versie? Die rauwe punk, nog voor de producer er een pianopingel over zou gieten. Die versie waarvan er maar รฉรฉn heel slechte blikken opname te lijkt bestaan uit 1990. En Vos, elke keer zingt iedereen mee. Met heel hun lijf. Metalheads, bikers, punkers, ravers, tante nonnekes en alles ertussen, jij was altijd al de lijm die ze kon verbinden. Van generatie op generatie fladderde je tussen je fans. De eeuwige dromer kroop in ieders hart. Je pretoogjes, die terzelfdertijd diepe gronden blootgaven. De ondeugende glimlach die steeds rond je lippen krulde. Sterren komen, sterren gaan, alleen Voske blijft bestaan. Dat is overduidelijk elke keer je nummers weerklinken.

Vos, weet je dat ik je opnieuw mis elke keer ik de eerste noot van een Gorkiplaat hoor? Een melancholische pijnscheut, diep in mijn buik. Elke 29e november voelt opnieuw als een dag van rouw. Die dag is er een lichtje gedoofd. Sinds jij er niet meer bent het allemaal donkerder en kouder. Een benauwend gevoel, de wereld een stuk minder mooi zonder jouw zijn. Toch een sprankje hoop, want je blijft leven in je muziek en boeken. Jij bent het monstertje dat in ons leeft. Een zacht monstertje dat ons lieve woorden toefluistert en laat wegdromen in een muzikale omhelzing. Vos dwaalt door de ether in onze harten en verwarmt onze koude zielen van binnenuit.

Vos, weet je nog dat je mijn ketting mooi vond? Je speelde een zingende kabouter in het toneelstuk โ€˜Kaatje is verdronkenโ€™. Na de show stond ik met bibberende benen en je boek in mijn handen te wachten op een handtekening. โ€˜WAUW, wat een mooie ketting heb jijโ€™, riep je me toe. Ik wist even niet meer wat woorden waren. Je signeerde mijn boek met โ€œVos lovesโ€ boven waar ik mijn naam er in schreef. Het blijft een van mijn meest waardevolle bezittingen, die pennenstreek van jou. Het typeert je ook volledig. YES, baby! Telkens je vernoemd wordt, komt er altijd wel iemand met een typische Vos-anekdote aanzetten om hartelijk mee te lachen en weemoedig van te worden tegelijk. Ik zie het je al doen.

Vos, weet je dat ik op de grote Markt van Mechelen om je heb geweend? Tijdens Belpop Bonanza een aantal jaren geleden, stond ik klaar om te vertrekken. Tot die eerste pianonoten van Mia klonken en ik getriggerd naar het podium staarde. In zijn blote bast, zoals jij dat altijd graag deed in je meest enthousiaste momenten, stond daar Frederik Sioen. Hij bracht met zijn Gents accent en hese stem de meest perfecte cover Mia die ik ooit hoorde. Ik huilde omdat het zo mooi was. Ik huilde omdat het Sioen was. Ik huilde omdat jij het niet was. Ik huilde omdat jij er niet meer was. Achteraf blijkt dat ik de slechtste foto die ik ooit maakte tijdens een optreden niet nodig had om me dat moment levendig te kunnen herinneren, maar hierbij zal ik het vereeuwigen.

Vos, ik kende je eigenlijk niet, maar je voelde als familie. Zo voelde het bij veel mensen denk ik. Een vriend van veraf. Ik heb zelden iemand zo graag gezien. Je was zo puur, zo warm en zo echt. Als een groot kind dat nog steeds verbaasd was over de schoonheid in alles wat je tegenkwam. En was het lelijk, dan maakte je er wel een mooi liedje over. Je was niet als anderen, je leefde in je eigen wereld. Wat had ik daar graag, al was het maar vijf minuten, mogen vertoeven. In stilte naast jou, op de grond starend naar de wolken waarin jij vast verhalen zag. Vos, we kenden je misschien niet echt, maar het was buitengewoon jou te mogen kennen.

Ik hoop dat je het goed hebt in je eeuwige jachtvelden, Berejager. Wij blijven je naam hier noemen, zodat je nooit vergeten wordt.

Ook verschenen opย Brothers in Raw

Create a website or blog at WordPress.com

Up ↑