Kijk, ik ken veel muziek onbewust. Zo keek ik ooit vol verbazing naar Across The Universe omdat ik besefte hoeveel verschillende nummers van de Beatles ik kende, maar niet wist dat ze van de Beatles waren. Zo ook Zap Mama. Een grote, bekende naam in mijn individuele geheugen maar met weinig rechtstreekse links naar de database van mijn brein. Ik wist gelukkig genoeg om te weten dat ik het wilde meemaken. En al zeker op zo’n feeërieke locatie.
20 mei 2023, ergens in de namiddag krijg ik te horen dat er alsnog een ticket voor me werd geregeld. Snel nog even Spotify checken. Van de vertrouwde oldies (ja, 1991 is al 32 jaar geleden…) naar alles wat er sindsdien uit de handen, stem en ziel van Marie ontsproot. Wow. WOW! Ok, serieus curieus ondertussen.
En toen werd het avond en begon het kampvuurconcert. Er waren burgers en lekker plaatselijk bier. Vuurkorven stonden ronkend te roken als lichtpunten op ons pad. Een pracht van een locatie, midden in de natuur. De perfecte backdrop voor wat ons nog te wachten staat. We zijn in het Kasteel van Horst in Holsbeek en Marie aka Zap Mama is de Queen in haar castle garden.
Wat. Een. Stem. Wat. Een. Presence. Wat een VROUW! Marie Daulne is een ravissante verschijning op het podium. De sfeer verandert. Waar het hiervoor nog aanvoelde als een avondje gezellige zomerbar zonder meer, gaan we op een zwoele wereldreis tussen ritmes en sounds. We gaan van Bruxelles Saint Gilles via Parijs naar New York en Chicago en eindigen in Congo. Van blues naar over richting hip hop, doorspekt met Afrikaanse en Latin roots. Soms in een en hetzelfde nummer. Wat. Een. Artieste. Dertien stijlen en geen enkel ongeluk. Ze verweeft al haar invloeden feilloos in een heel eigen sound.
Ik ben stapelverliefd op haar uitstraling, sound en algehele vibe. Ondanks haar indrukwekkend palmares langs ‘s werelds grootste sterren is ze heel naturel. Marie heeft vuur voor muziek en een zacht, warm & groot gevoel voor humor. Ze wordt bovendien feilloos begeleid door vaste gitarist Rafaello Visconti, die moeiteloos de sfeer die Marie creëert nog extra versterkt. Mooi ook hoe hij me na het optreden toevertrouwde dat hij Zap Mama Marie als zijn muzikale moeder beschouwt. ❤️Ontdek hun mooie samenspel bij Ayco op de Radio 1 Sessies uit oktober 2022.
Salvatore Adamo (alleen maar een van mijn andere grote idolen) hielp Marie en haar broer Jean-Louis met de teksten van de nieuwste plaat Odyssée. Zap Mama is nu na enkele jaren helemaal terug van weggeweest en bij deze dus een warme aanbeveling om haar snel te gaan (her)ontdekken.
Zap Mama – 20 mei 2023, Kasteel van Horst (Holsbeek)
JAREN. Zo lang al was ik aan het uitkijken naar Punk in Drublic. Eind 2019 kocht ik dan vol anticipatie de tickets voor de eerste keer PiD op Belgisch grondgebied. The wait was almost over! Ja, niet dus. Nog eens 2,5 jaar later mocht ik dan toch eindelijk aanschuiven in de Schorre in Boom voor een licht gewijzigde affiche. Ik stuiterde als een botsbal door de wachtrij, en dat gevoel zou enkel nog versterkt worden doorheen de dag.
Het voordeel aan ouder worden is dat je beter voorbereid bent op het hele festivalgebeuren. Eerst maakte ik een lijstje met bovenaan een zitkussentje (waarover later meer), zonnecrème, oordopjes en mijn Gimmes & NOFX bandshirts. Het tweede dat ik deed was zorgen dat ik ruim op tijd voor de poort van de Schorre in Boom stond, zodat ik geen seconde van Punk in Drublic dreigde te missen!
Wat goed dat ik ruim op tijd was. De eerste noten klinken al vanaf het podium met de soundcheck van Days N Daze uit Texas. Nog snel een ‘Modeste‘ tanken bij het ‘bruin café’ Staminee Maritime ‘T Anker en dan beginnen ze er écht aan. Days N Daze noemen hun folky punk zelf H-Town Thrashgrass, een woordspeling op hun home town Houston en Amerikaanse Bluegrass. Ik kende ze schandelijk genoeg nog niet, maar ze staan ondertussen heel hoog in mijn Spotify favorieten.
Live klinken ze echter nog VEEL trashier, minder afgelikt en de energie die van het podium knalt zette de toon voor de dag. Het zootje ongeregeld lijkt recht van de straat geplukt. Akkoord, in het begin laten ze wat steken vallen, niettemin is dat snel vergeten eens ze echt beginnen knallen. Meagan Michelle op washboard en lead vocalist Whitney Flynn (die terwijl ook nog eens vlotjes trompet en ukelele speelt) worden schitterend aangevuld met Matt Willhelm op contrabas en andere lead vocalist Jesse Sendejas met beestig schorre stem (haha, hebt ge hem) en akoestische gitaar in de aanslag. Hier en daar aangevuld door een andere artiest die het podium opwaait met gitaar of banjo in de hand. Sterke start!
Daarna opnieuw topwijven op het podium met The Bombpops. Spijtig genoeg verliet Poli van Dam de band maar Punk rock pixie Jen Razavi & nieuwe aanwinst Remington (zie foto) spelen en zingen de spreekwoordelijke pannen van het onbestaande dak en het publiek leeft zich uit. Zo veel energieverbruik tijdens het dansen dat het alcoholniveau in het bloed van de deinende massa zienderogen zakt. Tegelijkertijd zie je iedereen met dezelfde gelukzalige glimlach op het bezwete gezicht genieten. Bier is maar bijzaak als de muziek en de sfeer zo goed zitten. (Maar goed, na deze wervelwind toch nog snel naar de bartent voor een Victoria.)
Het energieniveau wordt staande gehouden door volgende band Get Dead die met hun snelle lyrics en opzwepende drums de benen probleemloos in beweging houden. Geen moment rust voor die dansvoeten want de vrolijke Italiaanse ska van Talco vol saxofoon en trompetgeluiden komt daarna van het podium gedonderd.
Ignite vult het rijtje aan en houdt de punkfans geboeid ondanks eerdere zorgen over het eerste aantreden van de nieuwe zanger. Eli Santana stelt niet teleur en wel integendeel, hij wint meteen het hart van het publiek. Getuige daarvan het gesprek dat ik mocht overhoren in de rij voor een pakje friet. “Dat was bangelijk, veel beter dan de vorige vijf keer ik ze zag. De snelheid was veel strakker en ook de zanger was veel beter dan de vorige!” aldus D. die anoniem wenste te blijven. Wannes vond dan weer dat hij wel een goede stem had maar dat zijn haar te lang was. (Noot van de redactie: een absolute leugen, ik noteerde hier OMG ZIJN HAAR in mijn schriftje, wegens extreem jaloers op zo’n schitterend lange en verzorgde mannen-manen.) Wanners zei ook nog dat ze teveel nieuwe nummers hadden gespeeld waarop D. pareerde dat die nieuwe nummers gewoon nog moesten rijpen. (Dit intermezzo om aan te geven hoe ongelofelijk snel je vrienden maakt op een festival als Punk in Drublic.)
Mijn pakje friet was nog niet koud (en ook nog niet eens op) voor ik het (letterlijk) aan de kant gooide want Me First and the Gimme Gimmes stond plots al op het podium. Ik stuiterde luid zingend en zonder mijn entourage ervan te verwittigen weg richting front stage. Voor ik het wist stond ik mijn stem kapot te brullen op de eerste rij. In mijn haast had ik mijn prachtige regenboog-gekleurde zitkussentje (zie je dat het terug kwam) nog in de hand, dat ik dan ook driftig dansend in de lucht begon te pompen.
Voor wie de geweldige Gimmes nog niet kent, ze zijn de eerste (en beste) supergroep coverband in de wereld. Spike Slawson staat altijd aan de microfoon, de rest van de originele leden, waaronder ook Fat Mike, worden op tournee al eens vervangen. Deze keer staat C.J. Ramone (The Ramones) op het podium samen met John Reis (o.a. Drive like Jehu & Rocket from the Crypt), Jake Kiley (Strung Out) en Andrew Pinching (ex-drummer van the Damned).
Ze spelen punk covers van klassiekers, van Sinéad O’Connor tot Nat King Cole over Cher en de onnavolgbare Kermit the Frog. Alle nummers die (al dan niet als guilty pleasure) in het collectieve geheugen zitten dus: The Gimmes hebben ze gecovered.
Voor wie mij nog niet kent, ik ben een gigantische Gimmes fan. Ik wil dus al heel lang veel woorden aan hen vuilmaken op deze website.
Ik viel dan ook bijna in zwijm toen zanger Spike Slawson na ‘Somewhere over the Rainbow’ me vanop het podium aansprak en zei ‘This one was for the young lady with the Rainbow sign’ en moest bijna opgeraapt worden toen de enige echte C.J. fucking Ramone me daarna goedkeurend toelachte om mijn extreme enthousiasme en me zelfs hand horns toezwaaide. 🤘
Hun set was zoals altijd perfect voor zowel de die-hard fans als een een lekker proevertje voor nieuwe fans die de band nog niet kennen. Omdat ik ze al een ‘paar’ keer gezien heb ondertussen begin ik wel te merken dat ze vaak dezelfde overgangen maken tussen de nummers. Zo wordt er altijd gevraagd aan Spike gevraagd ‘If he is thankful for something’ net voor hij de eerste zin ‘I’d like to thank the guy…’ inzet van mijn favoriete cover ‘Who Put the Bomp’. Dat hun setlist ook vooral de meest bekende nummers bevat kan ook de pret niet drukken. Het is een band waarvan je weet dat je verdomme waar voor je geld krijgt als je er met je zuurverdiende centen een ticket voor koopt. De pijnlijke spieren van het rondspringen, gebrek aan stem van het meezingen en algehele energiedip voor minstens drie dagen na de show neem ik er héél graag bij.
Na Me First and the Gimme Gimmes is het helaas al tijd voor de laatste band van de dag: NOFX. Ze starten hun set altijd met ‘Time Warp’ uit de musical Rocky Horror, deze keer in de versie van Tenacious D. Wie me hier nog al heeft gelezen weet dat ze daarmee al dikke punten scoorden. NOFX is altijd een heerlijke liveband geweest die zich even hard amuseren tijdens het spelen (en mopjes maken) als dat je hun publiek plezier ziet maken front stage. Ook op PiD toonden ze zich weer van hun beste kant met klassiekers als ‘Perfect government’ en met reggae punk vibes met ‘Kill all the White man’. Het enige minpuntje dat ik zou kunnen aanhalen is dat de vocals wat mij betreft altijd nét te stil gemixt staan, wat me ook al opviel tijdens hun laatste Belgische passage op de Lokerse Feesten. Los daarvan was het een heerlijk gebeuren en een geweldige afsluiter van een zweterige dag vol muzikale hoogtepunten.
Serieus, ik heb op Punk in Drublic geen énkele groep gezien die ik niet goed vond. Sterker nog, ik heb een fantastische groep ontdekt die zelfs niet op de affiche stond: Cop/Out (Shout out to my new merch friend Joey Steel! ♥️)
Los daarvan pronken er ondertussen nu op mijn zitkussentje de handtekeningen van Spike & Fat Mike, welke laatste zich ook vanaf het podium afvroeg waarom ik een rainbow sign ophield. En ja, aan de prachtige foto van mij en Melvin van NOFX zie je hoe groot mijn liefde voor beide bands is. Year made! Merci aan Jonas voor deze beelden.
Dan nog even een woordje over het festival zelf. Punk in Drublic, het Punk & Beer festival van NOFX frontman ‘Fat’ Mike Burkett startte. De basis? De beste muziek meets de beste bieren op een absoluut feestival. Kleine kantnoot die weinig met muziek maar alles met het festival te maken heeft: hier in België een lichtjes andere insteek wegens geen verschillende craft bier standjes (noch gratis bier), maar een bruine kroeg in een tent. (Ter info Fat Mike: voor volgende jaren, Leffe is geen bier. Verder geen klachten over het aanbod, veel beter dan de platte pintjes op veel andere festivals. Ik dank u.)
Andere kantnoot die alles met de muziek en punk als een attitude te maken heeft: (mede) dankzij Mike’s label Fat Wreck Chords is punk alive and kicking! Een welgemeende fuck you aan iedereen die durft beweren dat punk dood is. Punk is niet dood, maar evolueert continu en blijft nieuwe & oude fans aanspraken. Ja, de muziek klinkt misschien wel soms anders dan in de tijden van The Sex Pistols, de kern is nog steeds hetzelfde: het onrecht in de wereld luidkeels bestrijden en taboes doorbreken. Niet voor niets staat NOFX met een Pride flag op het podium. Verschillende bands onder het label hebben LGBTQ leden, waaronder Fat Mike van NOFX zelf. Voor hun laatste plaat schreef hij onder andere het nummer Fuck Euphemism. Los daarvan zijn heel veel teksten van NOFX en andere bands onder (en gerelateerd aan) het label nog steeds doorspekt met politieke en andere schenenschopperij. Hell yeah!
We schrijven 2018. Het was zover. Ik voelde me oud en out of touch. Ik was zo ontgoocheld in de muziek op de radio dat ik me Grandpa Simpson begon te voelen. (I used to be with ‘it’, but then they changed what ‘it’ was. Now what I’m with isn’t ‘it’ anymore and what’s ‘it’ seems weird and scary. It’ll happen to you!) StuBru blèrde vrolijk popmuziek alsof dat altijd hun ding was geweest. Hun nieuwe lichting 2017 leverde ons nog het kwelend konijn dat zichzelf de nieuwe Jeff Buckley doopte. (Spoiler alert: de echte Jeff draaide zich om in zijn graf en deed snel oordopjes in.) In 2018 was er terug licht aan de einder. Toen bracht de lichting ons SONS. Het volume van StuBru knalde plots weer vrolijk hard de hoogte in.
We schrijven eind 2019 en staan in de Roma. Psych 44 opent de avond en warmt onze trommelvliezen al op voor wat er ons nog te wachten staat. Het publiek geniet zichtbaar van hun heavy en ritmische stonerrock. Elk nummer op zich staat als een dijk. Alleen heb ik, net zoals vaak met stonerrock, het gevoel dat er weinig variatie in zit. Hard, leuk en gaan, maar vooral nog even wachten op SONS.
Wanneer SONS het podium betreden moet ik terugdenken aan een passage uit ‘Life’ van Keith Richards. Richards zegt er tegen John Lennon: ‘You wear your guitar too high. It’s not a violin. No wonder you don’t swing. No wonder you can rock, but not roll.’ De bassist van SONS draagt zijn gitaar bijna tegen zijn nek, de gitaristen bespelen hun exemplaar niet veel lager. Ik kan u zeggen, Keith was full of shit. Als de Beatles al niet roll’den, bewijzen SONS wel dat de roll niet in de vrijheid van spelen zit. De vier vormen een belachelijk dansbare wall of sound die ze heel het optreden vasthouden. Alles moet kapot! Het voelt bijna als heiligschennis in een prachtige art deco zaal als de Roma. De brutale kracht die van het podium barst verspreidt zich als een virus en zorgt voor een schokgolf bij de toehoorders.
De muzikanten voeren een energetisch gevecht met hun instrumenten en verliezen zich volkomen in hun muziek. Niet te veel geleuter in bindteksten tussendoor, gewoon gaan. De hevige opzwepende drum bezweert de loeihard snijdende gitaren. Doorheen al dat rumoer zou een mens nog vergeten vermelden dat verdomd goede muzikanten zijn. Slimme gasten ook die simpele riffs voor zich laten werken en veel meer van minder maken. Tijdens Ricochet krijgen ze jong en oud in het publiek even op de knieën om daarna weer uitgelaten te exploderen wanneer het nummer zijn climax bereikt. Zelfs chronische gewrichtspijnen worden even vergeten het bijzijn van de SONS. Bewijs genoeg dat deze vier Oost-Vlaamse toptalenten de moeite zijn om een avondje voor vrij te houden!
SONS – Donderdag 12 december 2019, De Roma antwerpen
Drie deuren lonken, badend in de spotlights. Eentje sierlijk beschilderd met delicate bloemen. De middelste geadorneerd met een bekende vurige gitaar. De derde simpelweg gekleurd met blauwe en zwarte strepen. De anticipatie in de zaal is tastbaar. Een dramatisch orgelgeluid doorbreekt het wachten. Daar zijn ze. Dé authentieke rockgod, een beeldige rockprinses en een energieke rockSylvain. We kunnen beginnen.
Sylvain “Black Magic” Aertbeliën neemt het publiek de woorden uit de mond. “We want more” scandeert hij samen met hen. Nog niet zoveel veranderd sinds Maanrock 2010, waar het ondertussen legendarische optreden* ook gewoon begon met de bisnummers. Op zich zo gek nog niet voor een succesformule als CPeX die, tot grote ontzetting van de rest van de Belgische muziekscene, de top van de hitlijsten blijft domineren. Hoe kan een mens dan nog een zorgvuldige spanningsboog in een optreden brengen, als alle nummers knallers van formaat zijn.
Het onvervalste muzikale genie dat achter de meesterlijke snor schuilhoudt, perst samen met zijn twee al even welbesnaarde kompanen een topplaat uit elke gitaarlick. Het publiek gaat dan ook keer op keer bij de eerste noten al uit zijn dak. Van heavy metal over blues tot een ontroerende ballad, het drietal sleept het publiek mee in hun ereronde doorheen de Trix. Elke noot met een haarzuivere perfectie ten berde gebracht. Elk akkoord dat door de virtuoze vingers van Peerens glijdt, een genot voor het gehoor. Alledrie perfect op elkaar afgestemd, zoals het hoort voor een supergroep van dit kaliber.
Peerens schept zijn geniale hersenkronkels uit zijn oprechte kennis van de menselijke natuur. Clement kan veel zeggen van de vrouwen in zijn leven, maar de woelige relaties leverden al behoorlijk veel inspiratie op. CPeX zet vanzelfsprekend dan ook in met de ode aan (de shopverslaving) van de Clement zijn wijf. “En 15 soutienkes, alej is da ni wa veul, ver lot os objectief zijn, een twietal tette, oh baby denkt na toch is een bietje rationeel”. Het wordt een trilogie van klaagzangen wanneer ze opvolgen met “Loeten” en “Mijn ambriage is een ravage”. Stuk voor stuk parels van lyrische liefdesbetuigingen aan zijn madam, die op veel bijval kunnen rekenen van gelijkgestemde zielen uit het publiek. Voor hen is Clement een poëtisch genie, een vat vol levenswijsheden, if you will. Zij keren aan het eind van het optreden naar huis vol nieuwe levensbeschouwelijk inzichten.
Andere confrontaties leverden dan weer platen op als het veelbesproken “Foêrwijf” met zinsneden als “en geeft uweige ni zo een air, uwe wereld is ni groeter dan de leste Flair.” en “Gij eddet sex-appeal van ne pot confituur en mentaal zedde gij nen blinde muur.” Het agressieve “Gijse vuile hypocriet” en nijdige “Dikke Lu” zorgen voor pieken in het testosterongehalte ter hoogte van de anders zo idyllische Noordersingel. Het emotioneel geladen “Moeder” tijdens de bisnummers zorgt dan weer voor introspectie en blinkende tranen in de ogen van eenieder die het spektakel gade slaat.
Lady Dave, in alle bevallige glorie, was mogelijk de tweede ster** van de avond. Prachtig uitgedost in een strak jurkje en glittertasje altijd bij de hand. Met een schitterend zoetgevooisde versie van “De Roos” van Ann Christy wist ze menig stoer mannenhart te beroeren. Samen met Sylvain brengt ze ook een interessante dance cover van het nummer “Blankenberge” van de bekende bard Hugo Matthysen dat door het publiek net iets beter gesmaakt wordt dan door Peerens zelf.
Alweer een victorietocht dus van de beste Belgische band uit Antwerpen, op hun eigen grondgebied. Heren, tot bij de boeren op de parking!
*Zoals feitelijk alle optredens van het fabelachtige Antwerpse supertrio.
**Zeddis serieus, Clement is altijd numero uno!
CPeX – Donderdag 5 december 2019, TRIX
Setlist:
Leve de clement zijn wijf Loeten Mijn ambriage is een ravage Smeirkeis There’s only one Sylvain Boecht van Dunaldi Pinokkio Assenbak Zagen Vuilen Hypocriet Ik kwam den Duvel tegen De Roos Ze was van Heist-Op-Den-Berg Vriendinnen? Blankenberge Boormachien Dikke Lu Foêrwijf Geft da kaske na is ier
Bis 1: Moeder Vinde gij mij gat (niet te dik in deze rok)
Ik daag je uit. Probeer maar eens stil te staan wanneer dit brassgeweld door de boxen knalt. Lucky Chops is het beste bewijs dat viraal gaan niet zomaar een holle marketing term is. Wanneer je norse New Yorkers tijdens hun morning commute al breed lachend aan het dansen krijgt, heb je het geheime recept in handen! De vijfkoppige brass band veroverde de wereld met hun covers, via de New Yorkse metro met een omwegje langs YouTube.
De Roma is klaar voor een feestje. De eerste noten weerklinken en meteen verandert de zaal in een golvende massa deinende hoofdjes. De vijf worden verwelkomd onder gul gejuich, een onthaal voor rocksterren. Ze gooien zich meteen voluit in hun opzwepende brass die als een kameleon alle muziekgenres lijkt te kunnen vertalen. Funk is hun middle name maar ze proeven vaak ook wat punk en ook pop en soul is niet ver weg. Een smörgasbord aan muzikale smaken gespeeld met een vurige en uitgelaten energie.
Hun slimme mix van covers en de eigen nummers van hun recente plaat houdt het publiek heel de tijd in beweging. De zaal davert tijdens covers als I Feel Good en Eye of the Tiger. Lucky Chops zijn tegelijk volleerde entertainers en ongelofelijk getalenteerde muzikanten. De vijf Chops zijn perfect op elkaar ingespeeld en hun instrumenten zijn een verlengde van hun persoon. De trompet schreeuwt hartstochtelijke refreinen, de bas tuba en drum zorgen samen voor een vaak zuiders ritme dat je in dankbare warmte omhult. De mix van trombone, bariton en alt saxofoon met een streepje bas klarinet onderstreept hun unieke sound.
Ik ben een vrouw van vocals en verhalen. Instrumentale muziek is voor mij meestal meer intermezzo dan voluit gevoel. Een soundtrack achter bewegend beeld. Niet zo bij de Lucky Chops. Zij slagen erin om hun instrumenten te laten spreken, een conversatie van trompet, trombone, tuba, twee saxen en een drum die elk een eigen stem vertegenwoordigen. Zo vertellen ze hun eigen vrolijke verhalen. De groep hult zich in opgewekte noten en de muziek die eruit voortvloeit zorgt voor een sprankeltje licht in een anders heel donkere wereld.
Een van hun eigen nummers:
Lucky Chops – Dinsdag 12 november in De Roma Antwerpen
In een muisstille zaal klinken de eerste ukelele tonen die Creep van Radiohead aankondigen. Onversterkt galmt een stem door de Roma en vult de ruimte volledig. Amanda Palmer is een artiest met een ongeëvenaarde intensiteit. Haar zien optreden voelt als thuiskomen. Dus nee, Amanda, we DO belong here and you’re making us feel so fucking special.
13 jaar. Zo lang is het geleden dat ik Amanda ‘Fucking’ Palmer voor het eerst zag met de Dresden Dolls. De AB daverde die avond op zijn grondvesten. Ik vertel nog altijd over dat optreden alsof het gisteren was. Net zoals die eerste keer met de Dolls is het altijd een even intense als louterende ervaring. Geen enkele andere artiest heeft me ooit al zoveel emoties tegelijk laten beleven. Met een brede glimlach op mijn gezicht zit ik wenend als een klein kind te luisteren naar In My Mind. Ik, samen met de rest van de zaal trouwens, die nog steeds in een eerbiedige stilte gehuld is tot het eind van het nummer waarna er een oorverdovend applaus losbarst.
Patreon foto De Roma – Amanda Palmer 2019
De rauwe eerlijkheid van de tour rond het album There Will Be No Intermission heeft zijn impact gehad op Amanda. Elke avond minimum drie uur lang de meest persoonlijke verhalen vertellen over abortus, haar miskraam en de dood van mentor, beste vriend en vaderfiguur Anthony hakt er natuurlijk in. Daarom besloot ze in Antwerpen, net zoals een dag eerder in Essen, haar fans te laten beslissen wat ze speelde. Veel van de gekozen nummers kwamen uiteindelijk toch van die plaat dus kregen we een light versie van de geplande show. Waar sommige fans initieel wat teleurgesteld waren, was dit gevoel al helemaal verdwenen na die eerste twee nummers.
Voor Astronaut legt ze de ukelele aan de kant en valt ze haar piano aan met een oerkracht die alleen AFP bezit. Soms lijkt het alsof ze aan het vechten is met de noten, elke toets die ze beroert een uitroepteken om haar woorden te onderstrepen. Wanneer ze overgaat in Seeräuber-Jenny uit The Threepenny Opera van Kurt Weil en Bertolt Brecht emuleert ze geheel eigenhandig de punk cabaret sound van de Dresden Dolls.
Ze vertelt over haar abortus toen ze 17 was. Hoe ze zich door een massa fundamentalisten wrong die haar bestookten met foto’s van bloederige foetussen. Hoe ze jarenlang probeerde om een nummer te puren uit deze ervaring. Haar eerste poging was Oasis, een lied met een opzwepende melodie en tekst die weinig aan de verbeelding overlaat. Ze kreeg heel wat kritiek te verwerken dat ze in dat nummer te licht gaat over abortus en verkrachting en het daardoor zou minimaliseren. Amanda zelf ziet het alsof ze er een licht op schijnt en het bespreekbaar maakt. Niemand lijkt erover te praten hoewel de statistieken ons vertellen dat heel wat vrouwen al een abortus hebben ondergaan. (sidenote: 13% van de zwangerschappen in 2011 in België werden afgebroken.) Haar Voice Mail For Jill is dan ook een ode aan alle vrouwen die dit gevoel alleen hebben doorgemaakt, een ruggesteun van begrip voor alles wat daarbij komt kijken.
Ze schijnt haar volgende spotlight op een andere levenservaring die heel wat vrouwen met haar delen en waar ook nauwelijks een woord over wordt gerept. Ze neemt ons mee naar de Kerstmis toen ze klaarstond om haar nieuwe zwangerschap met de wereld te delen. Het moment, even later, waarop ze te horen krijgt dat haar kind geen hartslag meer heeft. Hoe ze zich van de feestelijkheden wegtrekt en afzondert in een wellness center waar ze zichzelf een massage had cadeau gedaan. Om dan te beseffen dat het een zwangerschapsmassage was en daarna te ontdekken dat haar masseuse ook net een miskraam had gehad. Hoe die vrouw haar volgende afspraak annuleert en ze twee uur lang samen hebben gehuild om hun verlies. Later op de avond volgde de miskraam die ze zelf nog te verwerken had. Die ze helemaal in haar eentje onderging op de kamer. Ze eindigt met te vertellen hoe ze achteraf buiten stapte en hoe koud het was, en stil. Het besef dat doordrong hoe onwezenlijk groot dategene was dat ze net helemaal alleen had overwonnen. Een zucht na dit verhaal zet ze Let It Go uit de film Frozen in.
Dit is een plaat waar ik op een ander moment gillend de zaal van zou uitlopen. Het krijg hier een compleet andere bijklank en diepgang. (“The wind is howling like this swirling storm inside, Couldn’t keep it in, heaven knows I’ve tried, Don’t let them in, don’t let them see, Be the good girl you always have to be, Conceal, don’t feel, don’t let them know, Well, now they know”). AFP maakt er simpelweg haar eigen nummer van. Het vuur waarmee ze zich in de song gooit en beukt op de piano heeft een verbijsterend effect. “Unapologetically balls-out” zoals ze het zelf ooit noemde.
Elke song neemt je mee op een reis van hoogtes en laagtes. Bigger on the Inside, met die simpele maar krachtige ukelele tonen en hartverscheurende tekst breekt het publiek. (“And I tried to call my brother, But he no longer exists”). Met A Mother’s Confession tovert ze opnieuw een lach op de betraande gezichten door de bloedeerlijke en tedere anekdotes van een overdonderde nieuwe moeder. Een onopzettelijke winkeldiefstal (of twee), te snel rijden omdat je kind schreeuwt van de honger, een verloren paspoort, een geliefd deken dat uiteindelijk het verkeerde blijkt te zijn. (“But everything is relative and everyone’s related, I can’t do that much right now, But take care of this baby, I figure everything’s technically all right, If at least this baby doesn’t die”).
Om dan meteen weer neergeslagen te worden door de passage van de oudere vrouw in de koffiezaak: “And she said she had a daughter who was grown, And then she paused and said she also had a son.” Boem. Mokerslag. Het finale refrein met het publiek als achtergrondkoor dat zachtjes meezingt (“At least the baby didn’t die”) is een zoveelste kippenvelmoment. Geïnspireerd door Bill Hicks en haar Patrons maakte ze It’s Just A Ride waarin ze sust met de woorden “Come out darling, And don’t you cry, It’s just a ride”. Omdat de muziek zo eerlijk uit het leven gegrepen is, voelt het allemaal heel kortbij. Ook al is Palmer soms heel letterlijk, toch kan iedereen er zijn verhaal aan ophangen.
Dan moet ik het nog hebben over de onvoorwaardelijke liefde van het publiek tijdens een AFP optreden, één van de zovele sterktes van Palmer.
Dankzij haar overtuiging, haar Patreon die haar door crowdfunding toelaat volledig vrij haar eigen ding te doen, haar radicale empathie, toegankelijkheid en luisterend oor voor elke fan heeft ze een eigen community gecreëerd. De Facebookgroep die ze rond haar Patrons opgebouwd heeft zorgt ook voor connectie wanneer de Palmer-karavaan ons kleine land weer verlaat. Daar deelt iedereen zonder schroom of onzekerheid, daar lééft de radicale empathie.
Het voelt als rondwaren in een veilige haven. Iedereen loopt met dezelfde hemelsbrede glimlach op zijn gezicht, vol verwachting of ontlading. De warmte van haar publiek straalt naar haar uit.
Zij verwerkt dat in haar muziek en gooit het met evenveel gretigheid terug naar het publiek. Een uitwisseling waar zoveel kracht van uitgaat, dat ik je alleen kan aanraden het ook eens te beleven.
Drie uur lang zaten we met zijn allen geboeid op onze stoel. Drie uur waarin Palmer zich volop gaf op het podium. Nadat ze nota bene ook vroeg uit de veren was om mee te stappen met de Antwerpse klimaatmars. Ze riep de organisatoren van het collectief Youth For Climate ook even op het podium om een woordje uitleg te geven en een hen een welgemeende knuffel te geven.
Uitmuntend songschrijfster, gepassioneerd rasartiest, voorvechter van vrouwenrechten en radicale empathie, geïnspireerd klimaatactivist, straffe schrijfster en fenomenale vrouw, sterk in haar onzekerheden. Iemand die zich hier nog afvraagt waar de ‘Fucking’ in Amanda Fucking Palmer vandaan komt? Ik dacht het niet.
Toch een impressie nodig? Niet zoveel later deed ze deze heel gelijkaardige show in Nieuw Zeeland!
Amanda Palmer – Vrijdag 20 september 2019 in De Roma Antwerpen
Enkele gitaren, een piano en de pure stem van Rosanne Cash, meer was er niet nodig om de AB voor één avond onder te dompelen in authentieke Americana. Cash bracht samen met haar man John Leventhal een intiem en ingetogen optreden dat bleef nazinderen.
Rosanne Cash is de oudste dochter van legende Johnny Cash. Net zoals haar vader is ze een verhalenverteller met een bijzondere stem. Haar laatste plaat heet “She remembers everything” en dat gevoel draagt ze uit in haar nummers en hoe ze die aan elkaar praat. Met een nuchtere zachtheid vertelt ze over haar leven, op de tonen van de muziek en ernaast. Aangrijpend en herkenbaar is het moment waar Cash beschrijft hoe ze opgroeide middenin de vrouwen- en burgerrechtenbeweging in de jaren 60 en 70 en met zoveel hoop naar de toekomst keek. Hoe ze dacht dat vooruitgang maar in één richting kon evolueren en hoe het nu zo anders blijkt te lopen.
De avond kent heel wat hoogtepunten. Van het aangrijpende “Blue Moon With Heartache” (What would I give to be a diamond in your eyes again, What would I give to bring back those old times, What did I say to make your cold heart bleed this way, Maybe I’ll just go away today) over het krachtig en fragiele “She remembers everything” (I didn’t know her then, My enemy, my treasured friend, Outside this waking dream, She remembers everything, I don’t know her now, My bitter pill, my broken vow, This girl, this bird who sings, She remembers everything) naar het melancholische en strijdvaardige “The Undiscovered Country” waar ze uithaalt naar het huidige politieke klimaat en de #metoo beweging (The old men never helped us, They took our every vow, Turned them into money, And look where we are now. Waiting for a savior, But she walks alone to sea, And someone’s going down, She went down for me).
Als bisnummer trakteert ze op Tennessee Flat Top Box, een nummer van Cash Sr. dat ze zich helemaal eigen maakt. Haar stem leent er zich perfect toe en het gitaargeluid van Leventhal knipoogt naar de unieke sound van de gitaar van haar vader.
Noot voor noot en woord voor woord sleept ze het publiek mee. Cash’s hele set ademt haar verhaal. Hoe ze haar stem vond en hoe ze die ook durft gebruiken nu ze ouder is. In haar woorden: “Women my age still have a lot to say. And that urgency and longing and righteous indignation and passion don’t go away. They don’t fade with time unless you let them.”(Billboard) En wees maar zeker: she won’t let them.
John Leventhal balanceert zijn gitaren en de snuifjes piano handig op de achtergrond en laat “zijn” ster schitteren. De liefde schijnt door in hun muziek en de onderlinge conversaties tussen de nummers. Na 24 jaar zijn ze een goed geolied team dat perfect op elkaar inspeelt. Wanneer Cash en Leventhal samen gitaar spelen, lijkt het wel alsof hun instrumenten converseren. Als Rosanne voor enkele nummers haar gitaar neerlegt gebeurt er iets extra bijzonder. Haar stem krijgt nog meer kracht en ze gooit zich nog zoveel harder in de tekst en gaat dieper in haar uithalen. Een overtreffende trap van een stem die sowieso al imponeert.
Cash hypnotiseert met haar stem, tegelijk krachtig en breekbaar. Haarzuiver gaat ze van hoge passages over naar de lagere stukken waar haar stem een extra warme ondertoon krijgt. De bijna eerbiedige stilte van het publiek tijdens de nummers spreekt evenveel boekdelen als de twee staande ovaties die ze na haar optreden krijgt. Een madam met een sound die er staat, de verrassende mix van country, blues, folk en popmuziek die ze samensmelt tot haar hoogsteigen bijzondere klankkarakter dat naar meer smaakt.
Setlist
Modern Blue The Sunken Lands The Undiscovered Country The Only Thing Worth Fighting For Crossing to Jerusalem A Feather’s Not a Bird Long Black Veil (Lefty Frizzell cover) Blue Moon With Heartache Ode to Billie Joe (Bobbie Gentry cover) I’m Movin’ On (Hank Snow cover) Western Wall She Remembers Everything When the Master Calls the Roll Motherless Children Runaway Train (John Stewart cover) Seven Year Ache
Encore: Tennessee Flat Top Box (Johnny Cash cover) 500 Miles(Hedy West cover)
Rosanne Cash & John Leventahl – Zaterdag 14 september 2019 Ancienne Belgique, Brussel
Ik ga eerlijk zijn, toen ik van Brothers In Raw de verlossende woorden “We hebben Tenacious D voor je kunnen fixen” hoorde, heb ik zowat de hele buurt bijeen geschreeuwd. (Sorry buren. En ook voor al die keren dat ik hun platen te hard draaide en zelf nog luider meebrulde.) Als er nu één band is die nog hoog op mijn bucket list stond, was het wel The D! Ondanks verwoede pogingen was ik altijd te laat om mijn ticket te verzilveren. En plots kon ik uitkijken naar de hoogdag waarop ik JB & KG eindelijk live kon beleven. Als een kind dat wacht op de komst van de Sint of Kerstman telde ik de dagen. En dan was het eindelijk 25 februari zo rond negen uur in de avond.
Het doek valt. Of net niet, want Tenacious D doet aan muzikale cinema. Post-Apocalypto, het album, is een verzameling van skits en muziek uit de gelijknamige Youtube serie die het tweetal uitbracht in 2018. De hele serie of animatiefilm wordt integraal afgespeeld op een doek, waar de band stiekem achter verstopt zit. Tijdens de muzikale intermezzo’s valt de projectie weg en zien en horen we de echte Kage & Jack verschijnen. Een leuke gimmick, versterkt door grappige beeldvorming zoals wanneer Kyle Gass zielig alleen achterblijft, met Jack Black zichtbaar door het raampje van de geprojecteerde raket die de ruimte in schiet.
Alleen, en het doet me als grote fan pijn om dit zwart op wit uit te schrijven, de muziek uit Post-Apocalypto is niet van het niveau dat we van Tenacious D gewend zijn. Een paar uitschieters van het album, Daddy Ding Dong en Woman Time, klinken wel als oldschool D, maar de rest is een beetje teleurstellend. Begrijp me niet verkeerd. Het is niet slecht, verre van zelfs. Ze hebben voor zichzelf echter met hun eerdere albums zo’n ongelofelijk hoge standaard gezet, dat ze er even niet meer lijken over te geraken.
Van het self-titled Tenacious D, over The Pick of Destiny tot Rize of The Fenix, elk van deze platen staat bomvol topnummers. Instant klassiekers, songs die zich in je hoofd nestelen. Die je als luisteraar elke keer met dezelfde theatrale overgave als Jack Black mee moet opvoeren alsof je leven ervan afhangt. Het muzikale genie dat van The Best Band in The World afstraalt, straalt net wat minder door op Post-Apocalypto. En dat is een tikje te merken in Vorst Nationaal, waar het publiek wel beleefd geboeid blijft, maar waar er weinig echt ruig enthousiasme van afspat.
Maar dan. Dan valt het doek over het doekverhaal. De gaas verdwijnt en Tenacious D verschijnt in al hun glorie. Ze zetten in met het epische Rize of the Fenix en de zaal ONTPLOFT. Zo’n 15.000 stembanden brullen luidkeels elke letter, elk woord en elk gitaarrif mee. Er komt beweging in de zaak, letterlijk en figuurlijk. Dit is mijn Tenacious D, hier beginnen we te zweten en onze strottenhoofden compleet naar de verdoemenis te helpen.
Van hieruit gaan we van hoogtepunt naar hoogtepunt, af en toe onderbroken door een klein toneeltje dat gesmaakt wordt door het publiek. Jack die tegen de grond gaat en opgelapt wordt door de roadies, om uiteraard op te volgen met een machtige versie van Roadie. De backing plaat die zogezegd blijft hangen tijdens het meesterlijke Master Exploder waarna Kyle helemaal terneergeslagen het podium afstormt. Om dan meteen weer terug naar de bühne gesust te worden door Jack en diezelfde 15.000 stemmen uit het publiek die Dude (I totally miss you) mee scanderen. Heerlijk. Perfect. Epic. Insert nog zo’n 1.000 superlatieven.
Ofwel zoals ze het zelf zingen in Master Exploder: “They do not mean to blow your mind, but that shit happens to them ALL THE TIME”! Ze zijn met hun mix van stijlen, geïnspireerd door hun eigen passie en liefde voor muziek moeilijk in een vakje te steken. De fenomenale stembanden van Black en de virtuoze vingers van Gass die zijn gitaar bezweren, samen met de brute overgave en al even beestige humor waarmee ze zich op de muziek smijten, zijn meer dan de som van al deze delen. Het duo is een musical match made in heaven en hebben bijgevolg al meerdere rockgoden als Ronnie James Dio, Meatloaf, Dave Grohl en laatst nog Jack White weten meeslepen in hun geniale gekte. (Eervolle vermelding hier voor John Konesky, gitarist van opening band Wynchester die tijdens het optreden met hen meespeelt. Dude knows how to rock our fucking socks off.)
Deel twee van het optreden was voor mij dus exact wat ik al zo’n veertien jaar had verwacht en gehoopt dat een live performance van Tenacious D met me zou doen. Namelijk: me volkomen drunk on music, helemaal ondersteboven en compleet opgeladen achterlaten. En smekend om meer, meer, MEER van dat. Tegelijk hopend dat ik niet te wervend ben geweest met deze review want volgend keer moet ik absoluut een ticket scoren. Zeker na wat ik maandag meemaakte, weet ik niet of ik een volgende ‘uitverkocht’ melding nog kan overleven.
Setlist Post-Apocalypto Theme Film: “Chapter 1 – Hope” Hope Film: “Chapter 2 – Cave” Making Love Film: “Chapter 2 – Cave / Chapter 3 – Space” FUCK YO-YO MA Film: “Chapter 3 – Space / Chapter 4 – Robot” Daddy Ding Dong Film: “Chapter 4 – Robot” Robot Film: “Chapter 4 – Robot / Chapter 5 – Donald” Colors Film: “Chapter 5 – Donald / Chapter 6 – Home” JB JR RAP Woman Time Save the World Post-Apocalypto Theme (reprise° Rize of the Fenix Low Hangin’ Fruit Sax-a-Boom (op speelgoedsax) Roadie Master Exploder Dude (I Totally Miss You) Kickapoo Beelzeboss (The Final Showdown) The Metal Tribute Double Team Encore Fuck Her Gently